Peer

Peer

 

Ik draai een peertje in de lamp
of, wacht, nog liever twee!
`s winters zou ik je kachel zijn,
jij zachte zon, de geur van zeeā€¦

Maar, ach, je zag, wij dobberden;
de stroming nam ons elders mee.
En toch, je mocht wat zwemmen eerst,
wat baden in ons wel en wee.

Ik draai een peertje in de lamp,
draai het hoofd wat naar benee.
Glazen winter, vorm van licht,
daar moet het tot de lente mee.