Muze (2008)

prooivogel
slaat haar vleugels uit.
haar spieren, mijn schouderbladen,
in haar spanwijdte vangt ze de wind
en buigt die tot onderin mijn rug.

ik moet haar voeren, dat ze groot wordt
en moeilijk te temmen, net als vroeger.
ik moet zitten ademen, dat ze kalm blijft.
in haar spanwijdte moet ik rusten,
erop vertrouwen dat ze me niet vermorzelen zal.