Dement (2005)

Vreemd, zoals je daar ligt,
stamvader van zovelen.
Kijk maar; de deur steeds weer open,
de deur gaat steeds weer dicht.
Allemaal nakomelingen van je.
Je merkt het niet,
zeggen ze,
maar zou je niet ergens nog
een stukje onaangetast bewustzijn hebben?
Ik wil het graag geloven.
Waar ben je toch?
Je bent weer een kind,
kaal en tot niets in staat.
We hebben met elkaar gesproken, vroeger,
maar het was nooit echt veel.
Je gaf mij mijn moeder,
maar ik ken je niet.
Nu lig je hier,
beleef je herinneringen hardop.
Zijn het herinneringen?
Weet je wie die mensen bij je zijn?
Besef je dat er iemand bij je is?
Zie je silhouetten in het slaapkamerlicht?
Zul je ooit weer ergens opstaan
en naar buiten gaan?